Sprookje Prins Iwan
Ivan ’t dwergenprinsje, een sprookje
In 1928 schreef Paula Boeke op 12-jarige leeftijd het sprookje ‘Ivan ’t dwergenprinsje’. Dit zoontje van de kabouterkoning was kort na zijn geboorte door de lang geleden afgewezen geliefde van zijn vader uit wraak blind gemaakt. Omdat de koning aan het inmiddels lelijke oude vrouwtje niet wilde laten merken dat dit hem groot verdriet deed en om het prinsje problemen in de toekomst te besparen, heeft hij Ivan op een dag, terwijl deze nog sliep, in een mandje onder een rode kinderluchtballon gelegd en hem zo laten wegvliegen.
Op de reis die volgt ontmoet Ivan zijn goede vriend veldmuis “Langstaart”. Na acht jaar bij dit ‘pleegvadertje’ in zijn hol gewoond te hebben, was hij oud en verstandig genoeg om zelf verder de wereld door te trekken. Om zijn reis te maken kreeg hij van de muis een bezemsteel met toverkracht. Het oude vrouwtje had deze van schrik achtergelaten, toen zij, nadat zij Ivan blind gemaakt had, gebeten werd door ‘Langstaart’. Op deze bezemsteel zet Ivan zijn reis voort. Zij brengt hem naar de hut van het oude vrouwtje. In ruil voor de teruggave van haar bezemsteel zorgt zij dat Ivan weer kan zien. Omdat zij Ivan een aardige jongen vindt, geeft zij hem ook nog een gouden pijl die de weg terug naar huis zal wijzen.
Op de tocht door een groot bos ontdekt Ivan een huisje. Daar blijkt een oude oom te wonen. Als hij daar - na gegeten en geslapen te hebben - weer vertrekt, krijgt hij een rode kaboutermuts mee om op te zetten als hij in kabouterland aangekomen is. Deze muts helpt hem ook als hij de volgende nacht een konijnenhol in gaat om te slapen: voor kabouters was deze konijnenfamilie niet bang. Toen Ivan zijn verhaal verteld had, wist vader konijn gelijk dat hij de zoon van de koning was. Hij is postbode in kabouterland en kan heel snel lopen. Op zijn rug zal hij hem heel snel terug naar huis brengen!
Toen zij eindelijk het bos uit waren zagen zij plotseling een rood stipje: de muts van de kabouterkoning! Deze was door het verdriet een oude grijze, magere dwerg geworden. Hij had spijt gekregen van zijn daad en was zelf op zoek gegaan naar zijn zoon. Ze waren erg blij om elkaar weer te zien en samen gingen ze op de rug van vader konijn terug naar kabouterland en het lieve moedertje van Ivan, die jarenlang haar zoon zo gemist had. In het paleis was het groot feest, met een rondedans om Ivan heen en een vrolijk lied. Eind goed, al goed!