Vragen en Klachten
In dit artikel krijgt u meer inzicht over de verschillende medewerkers in de organisatie. Bovendien is uitgewerkt met welke vragen u bij wie terecht kunt.
De officiele procedure op stichtingsniveau vindt u in het onderstaande artikel.
Als ouders vragen en/of klachten hebben kunnen ze dat op de volgende manier aanpakken.
Vraag:
Als ik een vraag of een klacht heb. Hoe los ik dat dan op?
Antwoord: z.o.z.
Kijk eerst altijd of het via de informele weg kan.
Fase 1: de informele weg
De meeste vragen en klachten gaan over lessituaties, resultaten, prestaties en de daaruit voortvloeiende gevolgen. In veel gevallen is het heel goed mogelijk de betreffende lesgevende medewerker of mentor (VO) om opheldering of uitleg te vragen. Telefonisch, via e-mail, op afspraak, op een ouderavond of een ouder-werkergesprek.
Vaak zal de ouder van het VO geneigd zijn om wat gevoeliger kwesties op te nemen met de mentor, die dan het probleem bespreekt met de betreffende medewerker, en indien nodig met de teamleider. De mentor zorgt er dan voor dat de ouder zo spoedig mogelijk te horen krijgt wat er met de vraag of klacht is gebeurd.
Indien een ouder vindt dat met de klacht of vraag niet naar behoren is omgesprongen, kan hij of zij de teamleider van de afdeling (VO) of kleurgroep (BO) waarin de werker zit om advies, hulp of uitleg vragen. De teamleider heeft de verantwoordelijkheid voor de afdeling en zorgt er voor dat de ouders te horen krijgen wat is of wordt ondernomen om het probleem op te lossen of te bespreken.
Negen van de tien vragen zullen via medewerkers, mentoren en/of teamleiders bevredigend kunnen worden beantwoord. In wederzijdse gesprekken worden de meeste problemen effectief opgelost. Pas als het probleem erg ingewikkeld is, kan het aan de directeur of rector worden voorgelegd.
Fase 2: de formele weg
Als de eerste fase geen oplossing heeft gebracht dan wordt een klacht aan de directeur of rector voorgelegd
Bij klachten is de procedure als volgt:
- schriftelijk indienen bij de rector (VO) of directeur (BO) (= bevoegd gezag)
- rector of directeur hoort alle betrokkenen en probeert een minnelijke oplossing te bereiken
- rector of directeur deelt zijn beslissing schriftelijk mee
- rector of directeur verwijst klager zo nodig door naar de externe klachtenregeling
- eens per jaar informeert de rector en de directeur het bestuur over de klachten (aantallen en afhandeling)
Fase 3: de externe weg
Als klachten via bovenstaande procedure niet afdoende behandeld (kunnen) worden is er ook een mogelijkheid om gebruik te maken van de externe klachtenregeling.
Deze externe klachtenregeling is hier te downloaden (klik)
Vertrouwenspersonen/contactpersonen klachtenregeling
Het VO heeft twee vertrouwenspersonen, mevrouw Claartje van Opstal en de heer Peter Schreuder, het BO één, Isa Janssen, met wie kwesties besproken kunnen worden die een zware lading hebben; bijvoorbeeld klachten over ongewenste intimiteiten en/of seksuele intimidatie, maar ook andere zaken die gevoelig liggen of een vertrouwelijk karakter hebben en daarom een genuanceerde, tactvolle aanpak vergen. In dergelijke gevallen kunnen werkers, medewerkers en ouders zich direct tot deze vertrouwenspersonen wenden.
Als iemand een extern vertrouwenspersoon wenst, weten deze vertrouwenspersonen ook de route om die te bereiken.
Bij de vertrouwenspersonen kunnen ook klachten in het kader van de klachtenregeling gemeld worden. Zij informeren klagers over mogelijk te volgen routes binnen en buiten de school.
Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs
Postadres:
Stichting GCBO,
t.a.v. Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs
Secretariaat
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
Informatie
www.gcbo.nl
Secretaris
mw. mr. D.H.C. Dane-Peeters
email: info@gcbo.nl
Telefoon 070 – 38 616 97